/
    • Economie is zo heerlijk simpel: mensen kopen minder van een product als het duurder wordt. Producenten bieden juist meer aan als een product duurder wordt. Gegeven genoeg mensen en producenten vindt "de markt" dan automatisch het ultieme prijs / hoeveelheid punt: het marktevenwicht. Maar zo simpel als de economie mensen voorstelt zijn ze gelukkig niet.

      Wat, bijvoorbeeld, als een inkoper verantwoordelijk is voor het aanschaffen van apparatuur? Een inkoper die de opdracht krijgt om binnen een bepaald budget de beste optie te kiezen. Die inkoper maakt het niet uit welke producent het goedkoopst is. De producent die vlak onder het budget zit zal wel de beste kwaliteit leveren, anders zou hij niet zo duur zijn, toch? En je budget niet opmaken is als inkoper sowieso jezelf in je voet schieten: de kans is groot dat je dan volgend jaar met minder budget moet werken.
      Producenten zijn ook niet simpel en spelen daarop in. Verkopers proberen met hun prijs zo dicht mogelijk bij "het budget" te zitten. Gevolg is dat prijzen hoger zijn in markten die gedomineerd worden door inkopers die niet hun eigen geld uitgeven1.

      Hotels en restaurants in Geneve? Declarerende diplomaten. Management cursus? Bedrijven met een "opleidingsbudget". Meetapparatuur? Onderzoekers met een budget. Daarom stel ik als 5de stelling bij mijn proefschrift:

      Het feit dat wetenschappelijke meetapparatuur relatief duur is komt, onder andere, omdat wetenschappers zich in een markt bevinden waar een groot deel van de markt niet zijn eigen geld uitgeeft.

      1Merk op dat ik een probleem signaleer, maar ik heb hier geen oplossing voor. Merk ook op dat het soms wel fijn is dat je niet zelf hoeft in te kopen, zoals in het geval van gezondheidszorg. Die is in de Verenigde Staten juist hoog omdat men daar niet gezamenlijk inkoopt.