/
    • Samen op de bank. Bij ons betekent dat twee laptops open en goedkope koelkasten zoeken.

      "Ik heb hem hier voor €488"

      "Ik voor €483"

      "Mooi, welke site kijk jij?"

      "Keukengigant"

      "Huh?... ik ook. En jij heb €483? Echt?"

      "Geloof je me niet?"

      Ik kijk op haar scherm. Ik kijk op mijn scherm. Dezelfde site. Dezelfde koelkast. Andere prijs.

      Bij vliegtickets accepteer ik schoorvoetend dat verschillende mensen voor het zelfde stoeltje een ander bedrag betalen. Het vliegtuig heeft een beperkt aantal stoelen en wie het eerst komt, die het eerst maalt. Meer betalen voor een koelkast, vanwege mijn surf-gedrag, dat voelt fout. Alsof je bij de kassa van de supermarkt te horen krijgt: “U bent langs de luxe kaas gelopen. Daaruit leiden we af dat u waarschijnlijk in staat bent om 10 cent meer voor dit brood te betalen.”

      Aan de andere kant: omdat iemand die het ruimer heeft makkelijker wat meer voor de koelkast betaalt, kan de verkoper het mij voor iets minder aanbieden. Misschien dat prijs-differentiatie juist goed is voor de economie. Ik besluit Michel te vragen wat het effect op de economie is wanneer producenten in staat zijn volledige prijs-differentiatie toe te passen. Michel gaf me een kort college basis-economie:

      Bij perfecte prijs-differentiatie betaalt iedereen precies wat hij/zij voor een product over heeft. Als ik €4 over heb voor een brood, betaal ik €4  in plaats van de €1.50 die een brood normaal kost. Maar mijn buurman die maar €1 over heeft voor brood (en dus nu van rijst leeft) betaalt maar €1. Het is alsof alle broden een voor een op een veiling worden verkocht. Zodra ik €4 voor mijn brood betaald heb, doe ik niet meer mee, waardoor het volgende brood voor iets minder dan €4 verkocht zal worden.

      Zonder prijsdifferentiatie houd ik, nadat ik brood gekocht heb, €2.50 over om te sparen voor een tv. Met perfecte prijsdifferentiatie kan dat niet meer. Er is dus minder vraag naar tv's wanneer mensen al hun geld aan brood moeten uitgeven. Als er naast perfecte prijsdifferentiatie ook nog beperkt aanbod is, heb je een extra probleem. Als op de veiling waarbij ik €4 betaal voor een brood ook mensen met lege handen (magen) over blijven, zullen ze de volgende dag alles wat mogelijk is doen om mij te overbieden:. Mensen gaan geld lenen, of de tv verkopen, want er moet toch gegeten worden. Als iedereen zijn eigen prijs betaald, zal bij beperkte productie de prijs heel snel stijgen: hyper-inflatie. Daar kunnen de mensen in Venezuela over meepraten. Perfecte prijsdifferentiatie op basisproducten als brood is dus slecht voor de economie.

      Prijsdifferentiatie op luxe producten kan wel goed zijn voor de economie. Bij dure tv's is mijn rijke buurvrouw minder geneigd lang en hard te onderhandelen waardoor zij meer betaalt dan ik. Het extra geld dat de tv-verkoper aan mijn buurvrouw verdient kan hij gebruiken om mij een tv met korting te verkopen. Doordat hij nu twee tv’s verkocht heeft, heeft hij meer omzet. Dat is beter voor de verkoper, maar ook voor zijn leveranciers, zijn werknemers, etc.

      In markten met prijsdifferentiatie hou ik minder over en bedrijven verdienen iets meer. Of prijsdifferentiatie goed is voor de economie hangt van veel factoren af: wat doet de bakker met de extra €2.50 die hij aan mijn brood verdient? Wat deed ik met mijn €2.50? In economisch jargon noemen we dat “het effect van prijsdifferentiatie op de multiplier van het consumentensurplus en het producentensurplus.” Het antwoord op je vraag is dus "dat hangt ervan af"...

      Ik heb niet echt antwoord gegeven op je vraag of prijsdifferentiatie goed is voor de economische groei. Dat doe ik omdat er niet een antwoord is. Maar ook omdat ik een andere vraag interessanter vindt. Is prijsdifferentiatie "eerlijk" of "moreel"? Wanneer vinden we het eerlijk dat mensen verschillende prijzen betalen voor hetzelfde product?

      Typisch Michel: eerst je vraag beantwoorden en dan eindigen met de conclusie dat je eigenlijk de verkeerde vraag stelde. Want inderdaad: wat is eerlijk? Inkomensafhankelijke broodprijzen zijn niet eerlijk. Voor koelkasten zie ik liever een vaste prijs zodat ik goed kan vergelijken. Prijsdifferentiatie voor vliegtuigtickets snap ik een beetje. Voor huizen zou ik niet willen dat je maar 1 prijs mag vragen en niet kan onderhandelen. Door Michels uitleg snap ik de economie van prijsdifferentiatie. Nu de moraal nog.

       

       

    • Samen op de bank. Bij ons betekent dat twee laptops open en goedkope koelkasten zoeken.

      "Ik heb hem hier voor €488"

      "Ik voor €483"

      "Mooi, welke site kijk jij?"

      "Keukengigant"

      "Huh?... ik ook. En jij heb €483? Echt?"

      "Geloof je me niet?"

      Ik kijk op haar scherm. Ik kijk op mijn scherm. Dezelfde site. Dezelfde koelkast. Andere prijs.

      Bij vliegtickets accepteer ik schoorvoetend dat verschillende mensen voor het zelfde stoeltje een ander bedrag betalen. Het vliegtuig heeft een beperkt aantal stoelen en wie het eerst komt, die het eerst maalt. Meer betalen voor een koelkast, vanwege mijn surf-gedrag, dat voelt fout. Alsof je bij de kassa van de supermarkt te horen krijgt: “U bent langs de luxe kaas gelopen. Daaruit leiden we af dat u waarschijnlijk in staat bent om 10 cent meer voor dit brood te betalen.”

      Aan de andere kant: omdat iemand die het ruimer heeft makkelijker wat meer voor de koelkast betaalt, kan de verkoper het mij voor iets minder aanbieden. Misschien dat prijs-differentiatie juist goed is voor de economie. Ik besluit Michel te vragen wat het effect op de economie is wanneer producenten in staat zijn volledige prijs-differentiatie toe te passen. Michel gaf me een kort college basis-economie:

      Bij perfecte prijs-differentiatie betaalt iedereen precies wat hij/zij voor een product over heeft. Als ik €4 over heb voor een brood, betaal ik €4  in plaats van de €1.50 die een brood normaal kost. Maar mijn buurman die maar €1 over heeft voor brood (en dus nu van rijst leeft) betaalt maar €1. Het is alsof alle broden een voor een op een veiling worden verkocht. Zodra ik €4 voor mijn brood betaald heb, doe ik niet meer mee, waardoor het volgende brood voor iets minder dan €4 verkocht zal worden.

      Zonder prijsdifferentiatie houd ik, nadat ik brood gekocht heb, €2.50 over om te sparen voor een tv. Met perfecte prijsdifferentiatie kan dat niet meer. Er is dus minder vraag naar tv's wanneer mensen al hun geld aan brood moeten uitgeven. Als er naast perfecte prijsdifferentiatie ook nog beperkt aanbod is, heb je een extra probleem. Als op de veiling waarbij ik €4 betaal voor een brood ook mensen met lege handen (magen) over blijven, zullen ze de volgende dag alles wat mogelijk is doen om mij te overbieden:. Mensen gaan geld lenen, of de tv verkopen, want er moet toch gegeten worden. Als iedereen zijn eigen prijs betaald, zal bij beperkte productie de prijs heel snel stijgen: hyper-inflatie. Daar kunnen de mensen in Venezuela over meepraten. Perfecte prijsdifferentiatie op basisproducten als brood is dus slecht voor de economie.

      Prijsdifferentiatie op luxe producten kan wel goed zijn voor de economie. Bij dure tv's is mijn rijke buurvrouw minder geneigd lang en hard te onderhandelen waardoor zij meer betaalt dan ik. Het extra geld dat de tv-verkoper aan mijn buurvrouw verdient kan hij gebruiken om mij een tv met korting te verkopen. Doordat hij nu twee tv’s verkocht heeft, heeft hij meer omzet. Dat is beter voor de verkoper, maar ook voor zijn leveranciers, zijn werknemers, etc.

      In markten met prijsdifferentiatie hou ik minder over en bedrijven verdienen iets meer. Of prijsdifferentiatie goed is voor de economie hangt van veel factoren af: wat doet de bakker met de extra €2.50 die hij aan mijn brood verdient? Wat deed ik met mijn €2.50? In economisch jargon noemen we dat “het effect van prijsdifferentiatie op de multiplier van het consumentensurplus en het producentensurplus.” Het antwoord op je vraag is dus "dat hangt ervan af"...

      Ik heb niet echt antwoord gegeven op je vraag of prijsdifferentiatie goed is voor de economische groei. Dat doe ik omdat er niet een antwoord is. Maar ook omdat ik een andere vraag interessanter vindt. Is prijsdifferentiatie "eerlijk" of "moreel"? Wanneer vinden we het eerlijk dat mensen verschillende prijzen betalen voor hetzelfde product?

      Typisch Michel: eerst je vraag beantwoorden en dan eindigen met de conclusie dat je eigenlijk de verkeerde vraag stelde. Want inderdaad: wat is eerlijk? Inkomensafhankelijke broodprijzen zijn niet eerlijk. Voor koelkasten zie ik liever een vaste prijs zodat ik goed kan vergelijken. Prijsdifferentiatie voor vliegtuigtickets snap ik een beetje. Voor huizen zou ik niet willen dat je maar 1 prijs mag vragen en niet kan onderhandelen. Door Michels uitleg snap ik de economie van prijsdifferentiatie. Nu de moraal nog.