blog fittie!
Catelijne van Middelkoop, design-professor bij Industrieel Ontwerpen aan onze TU Delft gooide de knuppel in het hoenderhok met haar "Dood aan de wetenschappelijke poster" uitspraak. Ik verdedigde de wetenschappelijk poster op mijn blog. En nu stelt goede vriendin Caryn 't Hart op haar blog "dat ik het mis heb".
Caryn haar punt is dat wetenschappelijk posters wel reclame zijn. Ze zegt:
Posters dienen vele doelen, maar ze zijn òòk een soort reclame: je zet je onderzoek immers in de etalage, je toont je aan de buitenwereld. Het wordt tijd dat we er ook eens zo naar gaan kijken op de universiteit.
Waar zowel Caryn als Catelijne echter aan voorbij gaan is dat de poster niet op zichzelf staat. Het heet niet voor niets een poster-presentatie.
Waar komen wetenschappelijke poster-presentaties eigenlijk vandaan?
Poster-presentaties worden gehouden op wetenschappelijke congressen. Een congres is het moment om met je collega's te praten over de laatste ontwikkelingen in je vakgebied. Op de eerste wetenschappelijke congressen kwamen deftige heren die allemaal vertelde waar ze zoal aan gewerkt hadden. Dat was het ochtend-programma en dan was de rest van de dag lunch, sigaren en cognac. Met de jaren is de wetenschap (gelukkig) een stuk diverser1 en groter geworden. Dat heeft echter tot een logistiek probleem geleid op congressen: er is niet genoeg tijd voor iedereen om zijn zegje te doen, slechts voor de allerbeste2. Organisatoren van een congres kiezen uit de inzendingen van wetenschappers die graag willen komen wie een praatje mag houden. Echter: vaak mag je als wetenschapper alleen op kosten van de universiteit afreizen naar een congres als je ook iets te presenteren heb. Oplossing: de poster-presentatie. Wetenschappers die niet gekozen zijn om een praatje te houden mogen een poster meenemen en daarop hun werk presenteren. Let wel: presenteren! Niet zomaar ophangen en weglopen. Er wordt een apart blok in het rooster van het congres vrij gemaakt waar alle poster-presentatoren naast hun posters staan zodat geïnteresseerde langs kunnen komen en met de presentator over haar/zijn werk kunnen praten. Precies waar congressen voor bedoeld zijn!
In communicatie-termen geldt dus voor de poster-presentatie:
De poster-presentatie is dus een gesprek met een collega over je nieuwste werk. Is dat reclame? Als die collega die langs komt een potentiële toekomstige bazin van je kan zijn: natuurlijk. Maar dan is alle communicatie die je met andere wetenschappers hebt reclame: je artikelen, je gesprek bij de koffie-automaat: alles staat dan in het doel van "het merk jezelf". Dat is misschien een secundair doel, maar primair gaat het toch om het overbrengen, en niet zo zeer verkopen, van je onderzoek.
Natuurlijk heeft Caryn een punt als ze stelt dat:
in academia lijkt vaak de opvatting te zijn dat je iets niet hoeft op te poetsen als de het alleen maar dient ter ondersteuning van je verhaal.Sterker nog: mijn ervaring dat mensen mooi design soms zelfs wantrouwen. Presenteren hoort er immers uit te zien alsof je er niet te veel moeite voor hebt gedaan.
Er zijn boeken vol geschreven over hoe wetenschappers effectief kunnen communiceren met niet-wetenschappers, maar er wordt nog wel eens vergeten dat communicatie onderling ook goed en effectief zou moeten zijn. Wetenschappelijke posters kunnen, nee: moeten, beter.
Stap één is daarbij erkennen dat een wetenschappelijke poster ondersteunend is aan een gesprek en nooit op zichzelf staat. Een wetenschappelijke poster ophangen in de gangen van universiteiten heeft weinig zin als je hoopt dat mensen er iets van opsteken: je staat er namelijk niet continu naast! Hou daar dus mee op en hang iets leukers op.
Stap twee is heel goed nadenken over hoe de poster zelf beter ontworpen kan worden en hoe het gesprek zo goed mogelijk gevoerd kan worden. Alles in dienst van de goede communicatie: de boodschap (onderzoeksresulaten) bij de doelgroep (collega's) krijgen. Ik zal de eerste zijn om toe te geven dat ik4 daarbij veel kan leren van design professionals zoals prof. Catelijne van Middelkoop en communicatie docenten als Caryn 't Hart.
Dus nee: posters zijn geen reclame: we hoeven wetenschappelijke resultaten niet aan elkaar "te verkopen". We willen de resultaten wel effectief met elkaar delen en kunnen daarbij alle hulp van goede designers en communicatie docenten gebruiken. Zullen we toch maar niet vechten?
1 Maar we zijn er nog lang niet! Maar dat is een ander gevecht voor een ander blog.
2 en dan is de tijd voor de sigaren en cognac al opgeofferd.
3 Net als een powerpoint ondersteunend is aan een praat-presentatie is de poster ondersteunend aan je poster-presentatie. Als je een praat-presentatie volledig snapt door alleen de powerpoint slides te bekijken, was de presentator overbodig en was het een slechte presentatie. Dan wordt de powerpoint het medium in plaats van de ondersteuning. Onderzoeksresultaten goed overbrengen via enkel visuele tools noemen we ook wel een documentaire, of soms een infographic. De meeste wetenschappers, ik incluis, hebben niet de skills om documentaires of infographics van hun werk te maken zonder de hulp van professionals. Dat we denken dat met posters wel te kunnen zegt veel over hoe blind ook wetenschappers zijn voor het Dunning-Kruger effect.
4 en ik denk vele wetenschappers met mij.