/
    • (c) Bob Thomas

      Stakende docenten op het Malieveld, 15 maart 2019. Foto (c) Bob Thomas.

      “Ga jij staken?”

      “Nee, ik moet lesgeven”

      Uh… Het idee van staken is juist dat je uit onvrede je werk weigert te doen, zodat er beter geluisterd wordt naar je eisen? Toch snap ik het. Vakken aan de universiteit worden in korte periodes[1] gegeven. Tussen de 8 en 16 “contactmomenten” is niet vreemd. Staken betekent dat één daarvan wegvalt. Maak je het afsluitende tentamen makkelijker? Hou je vast aan de eindtermen van je vak en laat je studenten het zelf uitzoeken? Dat laatste is klassiek staken: weigeren te werken en de gevolgen bij je werkgever neerleggen. Vroeger sloten arbeiders de fabriek en moesten bazen zelf maar aan klanten melden dat de bestellingen niet gemaakt konden worden. Maar ja: leg aan je midden-manager maar eens uit dat de resultaten voor je vak dit jaar ingestort zijn omdat je aan het staken was.

      Dat is het egoïstische argument. Er is ook het empathische argument: vertel je studenten, recht in hun gezicht, maar eens dat je ze minder goed voorbereid de arbeidsmarkt opstuurt omdat je ruzie hebt met de minister van onderwijs. Dat je ze de kennis, waar je zelf zo enthousiast over bent, gaat onthouden vanwege een geschil met je werkgever. Op Twitter was duidelijk dat veel universitaire docenten ervoor kozen niet te staken, of voor hun studenten een alternatief bedachten om geen achterstand op te lopen. Daarmee tonen docenten hart voor hun studenten, voor hun vak, maar halen ze de angel uit het klassieke staken. De werkgever voelt de pijn niet. Zelfs de maatschappij voelt de pijn niet. Staken wordt zo een roep om aandacht: een proteststaking.

      De vraag bij elke stakingsvorm, maar vooral een proteststaking, is: werkt het? Haalt het de werkgever over om je standpunt over te nemen? Hopelijk is het bericht van deze proteststaking met 40.000 docenten op het Malieveld (eindelijk) overgekomen: het is te druk in het onderwijs. Te grote groepen die door docenten voor te weinig geld opgeleid moeten worden. De reactie van minister Slob op de onderwijsstaking was echter dat het “goed is dat leraren hun frustratie kunnen tonen”. Beste minister: een staking is geen therapie. Een proteststaking is een signaal: “we hebben een probleem”. Een klassieke staking is een dreiging: zolang je ons niet tegemoetkomt, maken we je leven moeilijk door ons deel van onze (arbeids)overeenkomst niet na te komen. Dan moet je dus niet op één specifieke dag staken, maar beginnen en pas ophouden als de werkgever je tegemoetkomt.

      “Klassiek” staken levert in het onderwijs dus zo veel problemen voor je studenten, voor leerlingen en voor ouders van leerlingen dat we dat, empathisch als we zijn, niet doen. Er is gelukkig een andere manier om ervoor te zorgen dat de werkgever niet zijn gewone werk kan doen en ik roep alle docenten op deze te overwegen: bel je minister! Gewoon even 5 minuten in de pauze het ministerie bellen om te vragen welke taak je deze week mag laten vallen om binnen je uren netjes les te kunnen geven? Het nummer is 070-4123456. Geen tijd om te bellen? Mailen kan ook: kies hier welke woordvoerder van OCW voor je specifieke onderwijsgroep verantwoordelijk is. Veertigduizend docenten een dag op het Malieveld negeren kan, maar veertigduizend belletjes per dag, hoe lang kan je dat negeren?

      Ik begin maandag 9.00. Wie belt/mailt er mee?

      [1] Een semester (half jaar), 8 weken, of bij sommige opleidingen zelfs een octaal: 4 weken