Mijn handen jeuken. Het is maar een plaatje metaal op een houten standard, maar het is wel een 200 jaar oud plaatje metaal op een houten standaard. Een Chladni-plaat uit de collectie van het Teylers museum en ik mag er niet aan zitten. Gelukkig staat naast de historische Chladni-plaat een versie die mijn studenten gemaakt hebben. Daar mag ik wel aan zitten en die zet ik dus nog wat harder.
Mijn studenten gebruiken een luidspreker om de plaat in trilling te brengen, niet de viool-strijkstok die het antieke exemplaar heeft. Het zout op de plaat begint harder te stuiteren en komt tot rust op de plekken waar de plaat niet trilt. Dat is namelijk waar een Chladni plaat voor is: een demonstratie van de golven in trillende materialen die we met het blote oog niet kunnen zien.
Ik was uitgenodigd op het 250 jarige jubileum van het “Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte” als jurylid was voor de prijsvraag: “hoe de verbinding tussen wetenschapper en publiek op proefondervindelijke wijze kan worden verbeterd”. Samen met burgemeester Aboutaleb als juryvoorzitter hebben we uit de vele inzendingen uiteindelijk besloten om de €10.000 prijzengeld toe te kennen aan dr. Athina Vidaki van de Erasmus Universiteit om haar voorstel “I-Lab-U: Speed date a scientist” uit te gaan voeren.
Het Bataafsch genootschap beschikte vroeger over een grote collectie aan oude wetenschappelijke instrumenten. Deze zijn helaas in het bombardement op Rotterdam verloren gegaan. Gelukkig heb je als 250 jarig genootschap van wetenschappers de tijd om een goed netwerk van bevriende organisaties op te bouwen en dus stemde het Teylers museum in een aantal van hun stukken ter beschikking te stellen.
Mij werd gevraagd of ik “daar wat bij kon vertellen wanneer de beschermvrouw van het genootschap, prinses Beatrix, langsloopt tijdens de receptie.” Waarop mijn directe vraag was: “mag ik ze dan aan zetten?”. Nou, nee dus. Vanwege goede redenen: het is historisch erfgoed, ik snap het, maar toch jammer. Dus stelde ik voor: “wat nou als ik een paar moderne demonstraties, gemaakt door mijn eerstejaars studenten meeneem? Dan kunnen die aan.” Dat mocht wel.
Waar ik vorige keer onze voormalige koningin nog een soldeerbout in haar handen gaf om zelf een meetapparaat te maken, liet ik haar dit keer zien waar Delftse eerstejaars studenten al toe in staat zijn. En zo stond er naast de 200 jaar oude Chladni plaat een splinternieuwe plaat. Ik begrijp dat het belangrijk is de historische exemplaren te koesteren, maar volgens mij is er ook behoefte aan een collectie moderne instrumenten die aangezet mogen worden, gedemonstreerd en gebruikt om de mooie natuurkunde en techniek te laten zien! Misschien wil het Bataafsch Genootschap wel een nieuwe collectie beginnen met moderne demonstratie instrumenten om aan de maatschappij “het belang der proefondervindelijke wijsbegeerte” te blijven benadrukken. Als nieuwste lid van het genootschap stel ik daarvoor de door mijn studenten gemaakte opstelling graag ter beschikking!
Ja, nieuwste lid: na afloop werd ik gevraagd of ik tot het genootschap toe wilde treden, waar ik natuurlijk volmondig ja tegen gezegd heb.
Dank aan het Bataafsch Genootschap voor de uitnodiging om in de jury plaats te nemen, om het werk van onze Delftse studenten te mogen laten zien en voor de uitnodiging om lid te worden. Voor iedereen die benieuwd is naar de opstellingen die eerstejaars natuurkunde studenten van de TU Delft maken, morgen (vrijdag 5 juli) tussen 15.00 en 17.00 demonstreren ze hun werk bij Lijm en Cultuur in Delft. Hier kan je je aanmelden als je daarbij wil zijn.